Met een patiënt heb je medelijden en die moet behandeld worden; naar iemand met een bijzonder brein ben je nieuwsgierig en vraag je wat nodig is. – Nel Hofmeester
Nieuwsgierig zijn naar elkaars achtergrond, willen begrijpen waarom ‘de ander’ dingen op een andere manier ziet of aanpakt dat jij in eerste instantie zou doen in plaats van de ander willen veranderen in de norm. Het is een aanpak die mondjesmaat steeds vaker voorkomt in het onderwijs waar diversiteit en inclusiviteit steeds vaker op de agenda komt te staan. Het is ook iets waar SENANG Advies zich hard voor maakt.
In het artikel Van medisch model naar neurodiversiteit uit Impuls & Woortblind Magazine nr. 1 van 2017, waar de quote uitkomt, wordt de wens uitgesproken om niet meer de diagnose of beperking centraal te zetten. Artsen, psychologen, maar ook docenten en ouders zullen meer moeten kijken naar wat wél kan en diversiteit stimuleren. Dus ook de diversiteit in breinen. We weten allemaal dat ieder brein anders werkt. Maar waarom kiezen we er dan toch voor om de breinen onder te verdelen in neurodivergente (AD(H)D, Autisme, Dyslexie, Dyscalculie, hoogbegaafdheid) en neurotypische (“normale”) breinen?
De term ‘neurotypisch’ is nog best nieuw1 en ook controversieel. Wikipedia geeft als definitie voor neurotypisch persoon: iedereen met een ‘doorsnee’ neurologische en psychologische ontwikkeling van de hersenen. Bij een neurotypisch iemand wordt de ontwikkeling op het gebied van het verwerken en gebruiken van sociale, linguïstische en zintuiglijke informatie algemeen gezien als normaal en aangepast.2
Het staat tegenover ‘neurodivergent’, een term die oorspronkelijk vooral werd gebruikt door mensen met autisme. Tegenwoordig vallen er meerdere groepen onder, met als zelfde kenmerk dat de hersenen op een andere manier werken of ‘bedraad’ zijn.
Je kunt hier allerlei kritische vragen over stellen. Wanneer is er nu precies sprake van “neurodivergentie”? Moet je daar dan een diagnose voor hebben, terwijl we juist af willen van al die diagnoses? En als alle breinen anders zijn, waarom moet je dan nog een verdeling maken tussen ‘neurotypisch’ en ‘neurodivergent’?
Wat volgens mij vooral belangrijk is, is dat er aandacht is voor verschillende breinen. Dat we met elkaar accepteren dat iedereen net een beetje anders in elkaar zit en dus ook op een andere manier leert. Dat het een niet per se beter is dan het ander, maar gewoon anders. En dat dat ook kan betekenen dat een leerling of een student in de les anders reageert, of op een andere manier naar de stof kijkt en andere vragen stelt.
Op 18 juni is het Neuro Diversity Pride dag, laten we vooral op die dag vieren we dat onze breinen anders zijn!
- https://weten.site/wat-betekent-het-om-neurotypisch-te-zijn/
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Neurotypisch